Jongeren van nu groeien op met de moderne media. Eén ervan is de gsm. De
nieuwste hype op dit moment is het verzenden van berichtjes volgens het
sms-systeem: e-mailen per gsm-telefoon (SMS=Short Message Service).
Ondanks technische beperkingen is met sms toch effectieve communicatie met
anderen mogelijk en
wat de sociale etiquette betreft; je stoort je medemens
niet zoals dat in hoge mate het geval is met het gsm-gebabbel in trein,
bus, tram, metro, op straat en in openbare gebouwen.
Sms is mogelijk omdat je met je mobiele telefoon behalve cijfers ook letters op
het display kunt oproepen. Je moet dan een cijfertoets vaker indrukken,
bijvoorbeeld onder de 2 staan de letters A, B en C; voor de A druk je 1x, voor
de B 2x en voor de C 3x, enzovoort. Tussen de ingetoetste letters wacht je even.
Je moet dus vaak toetsen indrukken, voordat een boodschap als: Ik kom
eraan op je display verschijnt.
De beperking van smsen (nieuw werkwoord) zit hierin dat je per bericht
maar zon 160 tekens inclusief spaties- tot je beschikking hebt. Je moet
een sms-bericht dus efficiënt formuleren. Zo is de boodschap Zal ik intussen
even thee zetten? (33 tekens), in de titel, via sms-taal teruggebracht
tot Zal ik [in] FF T ZZ? (20 tekens). Dit is de taalkundige kant van het
smsen en daar gaat het in deze lessenreeks over.

Om te oefenen, klik op onderstaande knop 'SMS'.
Opdracht:
De omgeroepen berichten typ je zo snel mogelijk om in sms-berichten en je probeert de
diverse zakenmensen zo snel mogelijk op weg te helpen.
Er verschijnt een dialoogvenster dat vraagt: "Wil u de onbeveiligde items
weergeven?" => Je klikt uiteraard 'nee'.
Uiteraard
gebruik je de sms-taal enkel tijdens het sms'en!
|